Na Hallo Muur (2)
Om te beginnen stopte ik een keer op een feestje een kersenbonbon in mijn mond en toen ie brak proefde ik dat er likeur in zat. Ik had theatraal naar de wasbak kunnen rennen, maar slikte ‘m door.
Ook raadde mijn tandarts, ik bedoel mondhygiënist, mij een keer aan om voortaan na te spoelen met mondwater. Daarbij viel het woord ‘cariës’, vaktaal voor ‘gaatjes’. Thuis ging ik gorgelen, er gebeurde iets in mijn hoofd en ik dacht: had ik toch eerst de lijst met ingrediënten moeten lezen. Iemand aan wie ik dit vertelde voegde toe: en de gebruiksaanwijzing, sufferd, dat spul is niet om door te slikken. Net als bij een wijnproeverij, dacht ik, al helemaal in de stemming gekomen.
Een derde keer was ik met vrienden in een vakantiehuis. Iemand zette ‘Cry (Just A Little)’ van de Bingo Players op en dan moét ik dansen. En wild ook, tegen het tribale aan, dus dat glas Spa Marie-Henriëtte, inmiddels gerebrand in ‘Spa Finesse’, zette ik op de vensterbank. Na drie minuten en vijf seconden was het lied af en ging grootvader even rusten. Ik zette het glas aan mijn mond en nam een slok. Iets in me zei dat er iets fout ging, toch was daar weer die slikbeweging. Naast me was iemand nog net niet dronken genoeg om te merken dat ie geen gin-tonic wegtikte, maar licht sprankelende mineraalwateruilenzeik.
Er was ook nog een vierde keer, maar die telt niet. Toen had ik gedróómd dat ik gedronken had. Ik had er zelfs een beetje een kater van toen ik wakker werd. Die droom was net zo realistisch als toen een toenmalige geliefde een nachtmerrie had gehad waarin ik vreemd was gegaan. ‘Het was niet echt,’ bleef ik volhouden, ‘het was een dróóm!’ Toch heb ik een week op de bank moeten slapen.
Vorige week verscheen van Erik Jan Harmens bij Lebowski Publishers: Ik noem dit poëzie - Verzamelde gedichten. Begin april verschijnt ook de zesde druk van Hallo muur, zijn derde en meest succesvolle roman. Om dat succes te vieren verschijnen op dit blog de komende tijd een aantal ‘nabeschouwingen’.