Perfecte, gebeurtenisloze dagen
De beslissing om zijn geboortedorp te verlaten had hem indertijd de ultieme ontsnapping geleken, en hij herinnerde zich nog goed het gevoel van vrijheid dat hem overviel zodra hij de stad was binnen gereden. Een prachtige, glorieuze dag, gevuld met de geur van nieuwe mogelijkheden die hij, een jonge kerel nog, gulzig had opgesnoven. Op dat moment had hij het zeker geweten: het was het weidse van het land geweest, het wilde van de zee, het zwijgzame, onverstoorbare van de bomen, dicht bij elkaar, als een geheim genootschap dat niks prijs wilde geven, ja, het onuitstaanbare, en onbegrensde van de natuur dat hem had benauwd.
Hij stond voor het raam en keek naar beneden, de straat in, waar dikke drommen mensen in winterjassen zorgeloos flaneerden in de zon. Twee militairen in uniform gingen naadloos op in de stroom, alsof ook zij op koopjesjacht waren. Tegen een verloren muurtje stond een jongen een sigaret te roken. Sommige mensen rookten voor de gezelligheid. Deze jongen rookte om alleen te zijn. Voor dat soort rokers kon Louis gemakkelijker begrip opbrengen. In de verte stegen de eerste vliegtuigen weer op, terwijl de radio zacht mompelde over recordfiles en veiligheidsmaatregelen, een wetenschapper die beweerde dat het menselijke leven haar oorsprong in de ruimte had, en op aard was neergedaald als sterrenstof; meisjes die winkeldiefstallen pleegden, en het sluiten van kolencentrales voor 13 euro per kop, nieuws dat verspreid leek te worden om te bevestigen dat niemand iets over had voor wat goedkoop was.
Louis bleef roerloos voor het raam staan en genoot van het rustige verglijden van de tijd. Hij dacht aan dat dorp, waar hij geboren was, de meanderende asfaltbaan ernaartoe door de eindeloze velden waarin zijn jeugd in duizenden snippers verspreid lag terwijl hij voelde hoe hij de zee naderde, en hoe de zee het land naderde en uitkneep als een tube tandpasta. Vaak groeide tijdens zo’n ritje de weerstand in hem, alsof hij op een enorme vergissing af reed waaraan hij ooit ternauwernood was ontsnapt en ten tweede male zeker niet zou ontkomen. Maar op dagen als deze twijfelde hij. Misschien had hij indertijd de rust met verveling verward, een klassieke vergissing voor wie van te grote afstand op de dingen neerkeek en beweerde dat hij zich midden in het gedruis van de wereld bevond. Zijn blik gleed over de stad. De gedachte overviel hem dat hij misschien wel naar hier was gekomen om te kunnen verlangen naar wat hij had achtergelaten. De perfecte, gebeurtenisloze dagen. En hij glimlachte om zichzelf en die dwaze gedachte, en hij verbaasde zich over het harde, diepe blauw van de oostelijke hemel waartegen volstrekt niets zich voltrok.
Deze week draagt Ivo Victoria elke nacht een verhaaltje voor op basis van de actualiteit, bij Nooit Meer Slapen op NPO Radio 1. Afgelopen nacht: over het verlangen naar een dag waarop niets gebeurt.
Foto: Lucien Hervé PSQF (Paris Sans Quitter ma Fenêtre) 1947-1948