In het postkantoor
'Het is goedkoper als u ze per tien koopt.'
'Tien postzegels zijn goedkoper dan één zegel?'
'Dat niet, maar als u een velletje van tien koopt, krijgt u korting. En zo bent u ook een eventuele prijsstijging voor.'
'Ik heb er maar één nodig.'
'Ja, maar je zult er later toch ook nog eens nodig hebben?'
'Heeft u een man, mevrouw?'
'Ja...'
'Stel dat een hoer tegen uw man zegt: "Je krijgt korting als je mijn negen vriendinnen erbij neemt." Wat moet uw man met tien hoeren? Eén hoer vindt hij prima.'
'Meneer, ik -'
'De meneer wil graag één postzegel. Dit is een postkantoor. Als ik waanzinnig was zou ik een postzegel vragen bij de slager.'
'Oké. Alsjeblieft. Da's 79 cent.'
'79 cent?! Da's godverdomme enorm duur. Kan ik geen korting krijgen?'
'Meneer, ik zeg net dat u -'
'Chillen, bitch, ik gekscheerde maar wat. Je moet mij niet leren gekscheren. Zo heb ik vanmorgen mijn borsthaar geschoren in de vorm van het Atomium. Vaak scheer ik het in de vorm van één bol, maar ik geef mezelf korting als ik die andere bollen erbij neem.'
'Meneer, er staan wachtenden achter u, kunnen we afrekenen?'
'Hier heb je 80 cent, fooi inbegrepen. Ik zal aan jou denken als ik aan deze zegel lik.'
'Het is een zelfklevende.'
'Dat bedoel ik.'