Point Man
Hij herinnert hoe zijn vader en zijn moeder toekeken, in het wazige schijnsel van kaarslicht en feestdecoratie, terwijl zijn knokige vingers over het donker glanzende metaal gleden, en het gladde hout van de kolf. Zijn vader zei: ‘Bobby, je kijkt alsof je een puppy hebt gekregen.’ En hij stootte zijn moeder aan, die giechelde.
Robert start de auto, met de ogen op de Sniper aan de muur. De garagepoort achter hem opent zich, zonlicht valt de ruimte binnen, als een patrouille. Hij denkt nog vaak aan de zorgeloze dagen van zijn jeugd. Schieten met zijn vrienden bij de leegstaande ranch verderop. De battles die ze uitvochten. Hij herinnert zich de eerste keer dat hij een van zijn maten raakte. Hoe alles vertraagde, en hij zich bewust werd van de windstille hitte, de lucht die hem inpakte, de hemel die op hem neerkeek, de grond onder hem die hem droeg, grassprieten en gedroogde modder waarover een kleine colonne mieren moedig haar weg baande. De Sniper had oorverdovend gerateld. Hij kon elke pellet door de lucht zien bewegen, iedere afzonderlijke strakke lijn die werd afgelegd, tientallen lijnen, honderden lijnen, oranje laserstralen door de roerloze lucht, over dat erf, de stoffige zandvlakte, een speelbord zonder vlakken of pionnen, alles open en kwetsbaar. Het was een genot. De precisie en de eenvoud. Een onbarmhartig geluk dat hem zijn leven lang was blijven achtervolgen, als een verlangen.
Hij draait de weg op. De bomen aan weerszijden van de baan buigen zich naar hem toe, alsof ze hem tegen willen houden. Het asfalt smelt. De hemel wiegt zachtjes heen en weer. Robert was de point man. Hij loste de schoten die de wereld bevrijdden. Maar niemand noemt zijn naam, uit angst zijn eigen lafheid te moeten bekennen. Cheaters.
Hij stuurt de wagen strak rechtdoor maar het asfalt glijdt weg onder de wielen, en het zonlicht werpt vlekken in het voorraam, en de huizen smoezelen onder elkaar, kijken hem na, ze lachen hem uit. Hij stopt en sluit de ogen.
Eeuwen later tikt iemand tegen het raam. Het is een agent. Hij heeft een smal, getaand bruin gelaat, met verfijnde, edele trekken. Glanzend zwart haar. Vriendelijke, donkere ogen. Hij kijk Robert aan alsof hij schrikt. En Robert kijkt op en wijst hém aan.
‘Ik ben de point man,’ zegt hij. En hij ziet de kogel glinsterend in het zonlicht, tollend rond de eigen lengte-as, de micro-turbulentie die hij achterlaat in de lucht, en tot slot de verpletterende efficiëntie waarmee het gezicht van de agent tot ontploffing komt.
Deze week draagt Ivo Victoria elke nacht een verhaaltje voor op basis van de actualiteit, bij Nooit Meer Slapen op NPO Radio 1. Afgelopen nacht: over Robert O’Neill, de ‘point man’ van het Navy Seals-team dat Osama Bin Laden doodde. Hij beweert de man te zijn die het beslissende schot loste. Gisteren werd hij gearresteerd voor dronkenschap achter het stuur.