NOG (4)
Haar roze machinegeweer, zelf versierd met diamantjes en stickers van Beyoncé, losjes over haar schouder.
Ze heeft deze gekozen omwille van een dubbele magazijnhouder
In de ene zitten 452 kogels, in de andere zakdoekjes, pillen en haar portefeuille.
Niemand draagt nog handtassen sinds de zestiende feministische golf zoveel jaren geleden.
Veroorzaakt toen politici beweerden dat handtassen crimineel gedrag uitlokten.
Dezelfde politici die ook vrouwen aanraadden om verkrachting te vermijden door vormeloze t-shirts te dragen met daarop de zin IK KEN JOUW MOEDER.
Dezelfde politici die vonden dat verkeersregels weer hip en cool moesten worden en
daarom verkeerslichten vervingen door geluiden als ‘Oh my god, stop effe’ en ‘Oh my god, rij door’.
Elke politieke beslissing is bepaald door marktonderzoek.
Want de klant-kiezer heeft altijd gelijk, zeker de kwaaie.
Bella is zeven jaar en is niet de doelgroep van politieke partijen.
Maar wel van alle andere vormen van entertainment.
Elk televisieprogramma, elk nummer, elke film is bestemd voor haar leeftijd.
Voornamelijk omdat zevenjarigen nog niet stom doen over seks en geweld.
Bella is zeven jaar en voelt zich al oud.
Alles reeds gezien en niks meer te beleven.
Voorbij verbazing.
Voorbij verrassing.
Voorbij verwondering.
Daarom maar verstomming.
Bella stopt met lopen.
Neemt wat pillen.
Roes ruist in haar hoofd.
Haar handen hoog.
Vormeloze vleesvlakken in haar overdosisogen.
Haar lijfje kopje onder in een zee van zaligheid.
Bij elk knipperen van het oog een nieuwe filter ervoor.
Ze ziet en ze gelooft.
Beton wordt vlees, asfalt wordt huid.
Bella stort neer en kruipt.
Ze graaft haar nagels stuk, met blote vingers krabt ze aan de straat.
Ze ziet strepen bloed, denkt te slagen, maar het is allemaal van haar.
Maar ze wil weten wat eronder zit, onder deze laag van echt.
Ze wil weten wie of wat zich voor haar en al de rest verbergt.
Want dit hier, zijnde alles, kan niet genoeg zijn.
Dit hier, zijnde alles, moest al lang verwoest zijn.
Haar vingers door de pijn onbruikbaar.
Dan maar met de tanden verder gaan.
Ze bijt in het asfalt, ze knaagt aan het trottoir, ze knabbelt op kiezelstenen.
Ze snijdt haar eigen wangen stuk, ze foltert haar eigen tong met vuiligheden.
Haar tanden kraken kapot, enkel nog stompjes schieten over.
Haar tandvlees scheurt over de grond, laag per laag wordt afgevijld.
Haar mond een open wonde.
En dan, in één seconde.
Zijn de pillen uitgewerkt en is de waanzin stopgezet.
Ze is weer een meisje van zeven jaar.
Ongedeerd, helder en klaar.
Ze blaast en zucht, ze heeft ook al heftiger trips beleefd.
Ze kijkt op de verpakking en leest,
‘Geen zin om je kind straf te geven?
Geen zin om hem een lesje te leren?
Geen probleem, geef hem een pil en zo krijg je hem ook wel stil.’
Bella neemt zich voor om er de volgende keer één te proberen
die is bedoeld om baldadige pubers in angsthazen te transformeren.