Zoeken
Coppens
Dit weekend was ik in België.

Coppens

Gepubliceerd op 13 juni, 2016 om 00:00, aangepast op 30 januari, 2017 om 00:00

Dat had niets met het EK te maken (met mijn voetbalteam gaan we jaarlijks een weekendje weg; we noemen het een trainingskamp, maar meestal vergeten we een voetbal mee te nemen en moeten we halverwege het weekend nog een paar extra kratjes bier halen). Toch was het een mooie gelegenheid om eens te peilen hoe de stemming is bij onze zuiderburen. En om te zien of Ivo Victoria gelijk heeft.

Welaan, na een barre tocht (gelukkig hadden we weinig last van het slechte wegdek, maar dat kwam dan ook  vooral doordat we eigenlijk alleen maar in de file hebben gestaan) kon mijn mini-onderzoek van start: wat zijn de verschillen tussen de huidige Rode Duivelsmanie en de Oranjekoorts zoals we die in Nederland jarenlang hebben gekend? 

Een paar verschillen:
1. De kleur. Oranje is toch net wat feestelijker en onschuldiger dan dat schreeuwerige rood. Eenduidiger ook. Door al dat vertoon van rood waan je je toch makkelijk in een socialistische veenkolonie of in Maoïstisch China.
2. De originaliteit. In Nederland kom je natuurlijk al lang niet meer weg met een paar oranje slingers of een vlaggetje op je wang. Je moet minstens verkleed gaan als oranje indiaan of met een oranje Eiffeltoren op je kop rondlopen, wil je een beetje serieus genomen worden. Je moet je auto over laten spuiten. Of je hond. In België zie je mensen nog unverfroren een vlag voor het raam hangen of een rood petje op zetten. Gewoon, een honkbalpetje! Zonder een rood stokbrood er bovenop!
3. Het leedvermaak. Compassie met de noorderburen is de Belg vreemd. Belgen laten geen mogelijkheid onbenut om ons in te wrijven dat we niet van de partij zijn. Ik werd, waarde lezer, uitgelachen en weggehoond door de Belgen, enkel en alleen omdat ik een oranje molen op mijn hoofd had gezet.

Overeenkomsten zijn er ook: of Oranje er nu wel of niet bij is, van Jan Mulder kom je niet af. Nu zat hij weer met zijn kop op de Belgische televisie. En eigenlijk geldt dat voor bijna alles: de overdreven aandacht voor de meest minuscule details rondom de nationale ploeg, de eindeloze speculaties over hoe ver dit team zal gaan komen, de commentaren van gezaghebbende oud-voetballers en oud-trainers, alles gaat precies zoals het bij ons ging de afgelopen toernooien.

Het is ook terecht. De Belgen zijn favoriet. Na de Fransen en de Duitsers. De Fransen hebben het thuisvoordeel. En de Duitsers, die hebben het voordeel dat ze Duitsers zijn. Maar veel doen de Belgen niet voor hen onder. Dan mag je fier zijn, dan mag je zelfs praatjes hebben.

En dat hebben ze dan ook. Want dat is mijn voornaamste les geweest, dit weekend. Dat er helemaal niks klopt van de reputatie van Belgen. Niks bescheidenheid. Hollandse bluf is er niets bij. Ik durf zelfs te stellen dat Belgen verder durven gaan dan wij. Ze bluffen zelfs met terugwerkende kracht.

Rusland – Engeland was net van start gegaan, met Belgisch commentaar. Een speler (Rooney, geloof ik) liet zich wat terugzakken om de bal te halen. De commentator: ‘Hij zakt vaak in om de bal te halen, zoals de grote spitsen dat deden: Cruijff, Maradona, Coppens.’ Ik zat aan de bank genageld. Hoorde ik dat goed? Ik wachtte op een lachsalvo uit de studio, een relativerende opmerking van de commentator. Maar nee. Cruijff, Maradona, Coppens.

Op de terugweg hebben we de Belgische radio niet aan durven zetten. Bang voor een muzikale ode aan de grote artiesten die dit jaar overleden zijn. Je weet wel, David Bowie, Prince en Eddy Wally.


Cor de Jong (1978) is schrijver, leraar Nederlands en studiebegeleider bij de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. Hij publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is zijn debuutroman.

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: