Phone home
Het was de tweede keer dat ik ‘m zag, de eerste keer was in 1983. Ik wist er niet veel meer van, behalve dat het een gepapiermacheed buitenaards wezen betrof dat een wijsvinger de lucht in hield omdat hij van de telefoon gebruik wilde maken. ‘Phone home’, klonk het door de stemvervormer. Meer herinneringen had ik er niet aan.
Sowieso heb ik niet veel herinneringen aan 1983, het is tot kwab verworden. Ik was een jaar eerder met gymnasium-advies van de lagere school gekomen, maar had geen aansluiting weten te vinden bij de échte slimmeriken. Met een mavo-advies werd ik uitgezwaaid.
In 1983 kreeg ik een vriendinnetje waarvan ik dacht dat ze Melinda heette, maar ze praatte nogal door haar neus - haar naam bleek Belinda te zijn. Ik tongde met haar in het schuurtje, de keer daarop mocht ik een stap verder gaan en dook ik met een hand haar blouse in alsof ik de laatste trein moest halen.
In 1983 was de bioscoop een belangrijke plek, omdat er in Alphen aan de Rijn (waar ik ben opgegroeid) niets te beleven viel. Dus gingen we naar ‘First Blood’ met Sylvester Stallone en liepen de bioscoop uit met tronies als die van junglecommando’s. We zagen ‘Purple Rain’ en zochten in winkelcentrum de Aarhof naar een meisje dat met heel veel fantasie voor Apollonia zou kunnen doorgaan.
En het einde van E.T., daar had ik een beetje om moeten huilen. En vanavond, 33 jaar later, wáár. Om de wens van een gepapiermacheed buitenaards wezen om naar huis te gaan. En om mijn eigen terugverlangen naar wat achter me ligt, nooit meer voor me.
Deze week draagt Erik Jan Harmens elke nacht een verhaal voor op basis van de actualiteit, bij VPRO’s Nooit Meer Slapen op NPO Radio 1. Afgelopen nacht ging het over tranen om E.T.