Zoeken
De eerste vrouw (voorpublicatie)
Geraldine Hollywood, 1935  

De eerste vrouw (voorpublicatie)

Gepubliceerd op 29 september, 2016 om 00:00, aangepast op 24 januari, 2017 om 00:00

Iets na middernacht rinkelt de telefoon. Mijn vader verkeert in slechte gezondheid en ik haast me naar de woonkamer. Als ik de hoorn oppak vraagt een man of ik het ben. Ik bevestig, buiten adem. De zakelijke toon van de man stelt me gerust. Deze stem is niet van iemand die slecht nieuws brengt.

‘Ik ben van de pers en dacht dat je waarschijnlijk wel zou willen weten dat Lou Tellegen overleden is.’

Het horen van je naam jaagt mijn hartslag onmiddellijk omhoog. Dat je bent gestorven dringt niet meteen tot me door.

Ik heb van je gehouden zoals een mens waarschijnlijk maar één keer in zijn leven lief kan hebben. Ik aanbad van jou, maar evenzeer van mijn beeld van jou. Ach, de fantasieën waarmee we onze lusten bekleden. Ik was jong en begreep nog niet dat de blik waarmee we onze beminde bekijken meer zegt over ons eigen hart dan dat van de ander. Dat de werkelijkheid mettertijd de droom verjoeg is niet meer dan een wetmatigheid – een die maar het best zonder bitterheid kan worden aanvaard.
Ik werd aangetrokken door je duisternis, niet door je licht. Het was een fataal, onherroepelijk wenken, als de zuigende kracht van een inktzwarte diepte. Je donkerte hing zwaar om me heen. Tegelijk scheen er speelsheid door je mannelijke ernst, met het aplomb van een straatjongen. Het was een lichtzinnigheid waardoor je nooit echt door de bodem leek te kunnen zakken, onder welke omstandigheden dan ook.

Je was een schooier met de voornaamheid van een heer, de spieren gestaald en het gezicht aristocratisch. Je profiel scherp en krachtig, zoals ze die in de jaren erna op talloze filmaffiches zouden afdrukken, meestal omlaag kijkend naar een willige dan wel tegenstribbelende vrouw in je armen.

Bij onze eerste ontmoeting was je een raadsel voor mij, maar je grondtoon bereikte me al. Het was een lage brommende toon, even adembenemend als angstwekkend, die alles zou overstemmen als het de kans kreeg.

Ik heb je mijn leven binnengelaten in het volle besef dat ik daarmee alles in de waagschaal stelde – alles wat ik had bereikt, alles wat ik had verworven. Ik deed het in een oogwenk, al deed ik het voorkomen alsof je me nog voor je moest winnen.

‘Wat voel je bij dit nieuws en wat heb je erover te zeggen?’

De stem van de man aan de andere kant van de lijn heeft nu een opgewonden trilling.

Ik had verwacht dat mijn verlangens door de jaren heen zouden zijn weggesleten, dat ze samen met mijn rancunes en ressentiment zouden zijn vergaan. Maar de tijd heeft haar helende werk niet gedaan. En je dood brengt geen genade.

Er zou een lied moeten bestaan over jou en mij. Ik zou het zingen met een ijle stem waarin beurtelings ontreddering, opvlammende hoop en afweer doorklinkt. Ik zou mijn stem laten janken, klimmen, dalen, bibberen en jubelen. Ik zou het eenmaal zingen. En nooit weer.

Ik tast naar de tafelrand en daarna naar de leuning van de bank, sta voorover gebogen. Het voelt alsof iemand een bal tegen mijn buik heeft geschopt.
‘Waarom zou zijn dood mij iets interesseren?’ vraag ik kalm en verbreek de verbinding.

De eerste vrouw van Susan Smit verschijnt op 1 oktober bij Lebowski Publishers.

Auteurs
Auteur: Susan Smit

Susan Smit (1974) is schrijfster en columniste van Happinez. Ze debuteerde in 2001 met Heks en heeft inmiddels vele boeken op haar naam staan, zoals de bestsellers Gisèle, Tropenbruid en De wijsheid van de heks. Met haar roman De heks van Limbricht werd ze genomineerd voor de NS Publieksprijs. Dit voorjaar publiceerde ze Alles wat beweegt, een historische roman over Isadora Duncan.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: