Was Karolien Berkvens zu sagen hat (4)
‘Ik heb eens rondgekeken welke literaire booswichten er zijn. Meestal zijn het óf duivelse genieén á la Mephisto óf het zijn totaal oninteressante meelopers. Telkens dacht ik: dat klopt niet met wat ik om me heen zie, we hebben een te enge opvatting van het kwaad. Daarom wilde ik een personage creëren dat noch bijzonder begaafd, noch totaal ongeschikt is. Geen oppermachtig type, maar ook geen sukkel. Iemand, die bloed aan zijn handen heeft, maar niet per se slecht is.
Als je een dader demoniseert, hoef je je niet met hem te identificeren en hoef je hem dus niet serieus te nemen. Volgens mij is dat niet de juiste weg. Om het kwaad te bestrijden moet je proberen de complexiteit één de normaliteit ervan toe te laten. U en ik zijn ook tot vreselijke dingen in staat.’
Ilija Trojanow werd in 1965 in Sofia geboren. Hij groeide op in Duitsland en Kenia en publiceert sinds de jaren negentig romans, essays en reisverhalen. In Macht en verzet schetst hij niet alleen een indringend beeld van het leven in Bulgarije achter het IJzeren Gordijn, maar legt hij ook bloot hoe machtsstructuren werken en benadrukt hij tegelijkertijd het belang van het protest tegen die structuren. Hij werkte twintig jaar aan het boek en bezocht meermaals zijn geboorteland om zowel verzetsstrijders als medewerkers van de geheime dienst te interviewen.
‘Macht en verzet vormen een vermeende tegenstelling. Mijn roman laat zien dat er een wederkerige afhankelijkheid tussen de twee begrippen bestaat. Je kunt een dictatuur niet ongeschonden doorstaan, je wordt erdoor getroffen, ook als je je er tegen verzet.’
Trojanow laat in Macht en verzet de anarchistische verzetsstrijder Konstantin Scheitanow en de hardvochtige Stasi-agent Metodi Popow aan het woord. Beide mannen zijn inmiddels in de zeventig en blikken terug op hun door geweld en repressie getekende levens. Ze zijn elkaars tegenpolen, maar delen eenzelfde soort eigenzinnige vastberadenheid.
‘Van Metodi heb ik regelmatig een slecht humeur gekregen tijdens het schrijven. Het was moeilijker om hem geloofwaardig op papier te zetten. Tijdens mijn research constateerde ik dat oud-apparatsjiks niet worden geplaagd door een slecht geweten. Ik moest die arrogantie in Metodi verwerken, maar hij moest de lezer ook verleiden. Het communisme wordt altijd als grauw en saai gepresenteerd, maar dat klopt niet. Iemand als Metodi is geschoold, daar komt een bepaalde humor en retoriek bij kijken.’
Ik leg Trojanow deze uitspraak van Konstantin voor: ‘[…] wir haben für etwas gekámpft, an das wir geglaubt haben. Wir waren bereit, uns zu opfern, für etwas von höherem Wert als unser eigenes Leben. Das war ein Geschenk des Schicksals.’
Willen wij niet zien waarvoor we tegenwoordig moeten vechten of heeft het Schicksal ons niet zo’n helder doel gegeven?
‘Wij zijn in staat de tijdsgeest heel goed en uitgebreid te analyseren. Er zijn ongelooflijk veel intelligente essays, boeken en beschouwingen over de problemen van onze tijd, maar ondertussen houdt een bepaalde idealistische traagheid ons in haar macht. Het is interessant dat veel mensen deze algemene verlamming als problematisch ervaren, maar er tegelijkertijd niets tegen doen. Daardoor heerst er haast jaloezie tegenover mensen in andere epochen of landen die een duidelijke vijand hadden. Men verlangt naar duidelijke fronten.’
Deze week verschijnt ook de Bulgaarse uitgave van Macht en verzet. Trojanow weet dat zijn boek in Bulgarije veel stof zal doen opwaaien, er wordt nog altijd nauwelijks gesproken over het communistische verleden en de uitwassen daarvan. Toch was het niet zijn voornemen om een omwenteling teweeg te brengen.
‘De vraag of literatuur iets verandert, is voor mij irrelevant. Ik ben er absoluut van overtuigd dat de wereldgeschiedenis laat zien dat ideeën invloed uitoefenen en effect hebben. Ik weet dat wij, die schrijven, het denken en het publieke debat beïnvloeden, in zoverre scheppen we realiteiten, nemen we deel van de verandering van de realiteit. Ik ken geen beter instrument dan de roman om een thema kritisch te onderzoeken. Een roman heeft zo’n breedte en flexibiliteit, dat vind ik fascinerend, je kunt er alles in doen.’
Foto: © Thomas Dorn
Ilija Trojanow werd in 1965 in Sofia geboren en vluchtte op zesjarige leeftijd met zijn ouders naar Duitsland. Later woonde hij onder meer in Kenia, Zuid-Afrika en India. Hij studeerde rechten in München en richtte begin jaren negentig een uitgeverij op voor Afrikaanse literatuur. Zijn roman De wereldverzamelaar (2008) werd onderscheiden met de Preis der Leipziger Buchmesse. Macht en verzet verscheen bij De Geus, in een vertaling van Jose Rijnaarts.
Deze vierde editie van 'Was Karolien Berkvens zu sagen hat' verscheen reeds op Hebban.nl.