Zoeken
Oekraïne, Brexit, Trump: de elite leert het ook nooit
De enorme verbazing over de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten is misplaatst, schrijft Roxane van Iperen. De aanhangers van populistische politici zijn namelijk niet gek. Sterker nog: ze hebben in de kern gelijk. Zij zijn het slachtoffer van een sociaal-economische tweedeling die de maatschappelijke elite niet wenst te zien.

Oekraïne, Brexit, Trump: de elite leert het ook nooit

Gepubliceerd op 14 november, 2016 om 00:00, aangepast op 24 januari, 2017 om 00:00

Het werd woensdag 9 november 2016 en opeens was Donald Trump het nieuwe, smakeloze boegbeeld van de westerse samenleving. De schok die we in de (sociale) media zagen was zo gigantisch, dat je je afvroeg waar die zestig miljoen Trump-stemmers in ’s hemelsnaam vandaan waren gekomen — een treurig bewijs van het afnemende bestaansrecht van de commerciële spreekbuizen en de normalisering van ons digitale bubbelbestaan. Ook ik was verbaasd: hoe hadden zo velen hun steun kunnen uitspreken voor iemand die racisme, pestgedrag, vrouwenonderdrukking en de terugkeer naar een systeem van isolationisme en survival of the fittest voorstaat? Maar naarmate de dagen vorderden en mijn scherm vol stroomde met ontstelde, boze, teleurgestelde, huilende en fatalistische berichten, groeide mijn weerzin. Niet jegens de Trump-stemmers, maar jegens al die moraalridders — onder wie ikzelf — die met afgrijzen constateerden dat hun opvoedkundige inspanningen geen effect hadden gesorteerd. Die domme ‘kinderen’ bleken niets te hebben begrepen van onze jarenlange uitleg over hoe het leven, de wereld en de beschaving nu werkelijk in elkaar zitten, en hadden nu eigenhandig het Armageddon afgekondigd. De ironie wil namelijk dat mensen juist op Trump hebben gestemd omdat ze terugverlangen naar een leider die vaart op een innerlijk moreel kompas — zelfs als dat een verwerpelijk moreel kompas is. De pretentie van morele superioriteit van de groep die zijn eigen moraal totaal verkwanseld heeft, is de brandstof voor zijn zegen geweest.

Play by the rules

De verkiezing van Trump is het markeerpunt in de geschiedenis waarop het liberale systeem zichzelf in de staart beet. Het model dat ooit uitging van gelijke kansen voor iedereen, maar is doorgeschoten in een omgekeerde neoliberale logica: wie de top niet bereikt, heeft zijn kansen blijkbaar niet optimaal benut. Het model dat ooit uitging van de kracht van het individu in plaats van afkomst, maar dat in zijn heiliging van financieel gewin ethisch handelen heeft gereduceerd tot de enkele vraag of iets nog wel binnen de regels is. Een vraag die bijna altijd met ‘ja’ beantwoord kan worden, omdat overheden het vrijemarktspel wereldwijd alle ruimte hebben gegund. Een model, kortom, dat de sukkels in hun hemd heeft gezet die dachten dat ze er wel zouden komen door hard te werken en het juiste te doen, en een heersende klasse heeft voortgebracht that simply plays by the rules — hoe onrechtvaardig en hypocriet die regels vaak ook zijn. Je werknemers in een ver land uitbuiten? ‘We houden ons aan lokale wetgeving’. Wapens leveren aan Saoedi-Arabië ‘Er is geen embargo’. Salarisverhoging voor topbankiers? ‘Goedgekeurd door de Tweede Kamer’. Vluchtelingen laten creperen in grensgebieden? ‘We hebben een akkoord met Turkije’. Multinationals die enorme winsten boeken in ontwikkelingslanden, maar er geen belasting betalen? ‘We houden ons aan de OESO-richtlijnen’. Zo kan ik nog even doorgaan. Wie iets in twijfel trekt wordt van de rijdende trein geduwd, wie zich conformeert ziet zich beloond met geld, macht en erkenning.

Hillary ‘robot’ Clinton 

Het vleesgeworden symbool van deze mentaliteit is Hillary Clinton, die net zo makkelijk bankiers op Wall Street toesprak en ze aanmoedigde meer politieke invloed na te streven, als — onder druk van de populariteit van Bernie Sanders — de afbraak van grote Wall Street-instituten als beleid voorstelde. Hillary Clinton, die meeschreef aan de belangrijkste speech in het leven van president Bill Clinton op 17 augustus 1998, waarin hij ernstige juridische beschuldigingen als uitvloeisel van zijn seksuele wangedrag reduceerde tot een misstapje — en zichzelf nu positioneert als boegbeeld van feminisme tegenover vrouwenmisbruiker Trump. Een technocraat die op basis van adviseurs, kosten-batenanalyses en peilingen haar beleid vorm gaf, bijna als een robot. Na jaren van onvrede werd zij de Kop van Jut, de vrouw die stond voor het gespleten karakter van de heersende orde: het morele kompas overdragen aan een systeem dat in het teken van zelfverrijking staat, maar met de mond de ‘juiste’ inclusieve meningen belijden. Die dubbelhartigheid was voor veel mensen niet meer te verkroppen, zeker nu zij zelf al tijden geen enkele winst uit dit systeem meer halen — sterker nog, sinds de crisis de scherven ervan moeten oprapen, en dan ook nog eens als de asocialen worden weggezet.

Wantrouwen jegens instituties

Het is dus niet verwonderlijk dat zowel in Amerika als in ons eigen land het vertrouwen in instituties steeds meer daalt. Wie gelooft nog écht dat men het beste met je voorheeft, als de vormgevers van een samenleving in woord en daad bijna niet meer te volgen zijn? Mensen met een hoger opleidingsniveau en inkomen ervaren dit minder. Logisch: zij begrijpen het spel en profiteren ervan, bewust danwel onbewust — en zelfs als ze dit niet doen lopen ze nog altijd minder risico dan armeren en lager opgeleiden. CBS-onderzoek laat ieder jaar een grotere daling zien in sociaal en institutioneel vertrouwen, met een zorgwekkend (maar niet verwonderlijk) dieptepunt voor belangrijke instituten als de EU, de Tweede Kamer, banken en de pers. Het vertrouwen dat de politiek de democratie het beste bewaakt daalt ook; een recent SCP-rapport beschreef dat een meerderheid van de bevolking van mening is dat referenda een geschikte methode zijn om te beslissen over belangrijke zaken — misschien zelfs geschikter dan indirecte democratie via gekozen volksvertegenwoordigers.
Het effect is wereldwijd zichtbaar: de ultieme middelvinger die Brexit was, een ingewikkeld vraagstuk als het Oekraïne-referendum dat zoveel mensen op de been bracht, Geert Wilders die met zijn boude en meestal ongefundeerde uitspraken zovelen aanspreekt. Mensen voelen zich onmachtig, ze achten zich niet langer door de geijkte woordvoerders vertegenwoordigd en grijpen dit soort momenten aan om een knuppel in het hoenderhok te gooien — zelfs als dat negatieve bijeffecten heeft. Bovendien: als je toch al jaren wordt weggezet als dom en racistisch, heb je weinig meer te verliezen.  

Nederland

In maart 2017 zijn de verkiezingen in ons land, en als er niet snel enig inzicht in plaats van morele verontwaardiging komt, moeten we niet verbaasd zijn als de ingezette lijn wordt doorgetrokken. Ook onze heersende klasse heeft de glibberigheid overgenomen die in Hillary Clinton tot wasdom kwam: in abstracto een correct en vredelievend wereldbeeld verwoorden en mensen die dat niet doen wegzetten als asociaal, maar als het je zo uitkomt je morele handelen aan een externe autoriteit overdragen. Een vice-premier die zich uitspreekt over normen en waarden, maar tegelijkertijd zijn moeder verdedigt die in de raad van commissarissen van een grote tabaksfabrikant zit — een van de meest dodelijke industrieën ter wereld, met een moreel verwerpelijke marketingstrategie. Het verweer: ‘Het betreft een legale industrie’. Hetzelfde argument hanteerde de voormalig minister van Volksgezondheid en bedenker van de slogan ‘Zorgzame samenleving’ Elco Brinkman toen hij in 2009 achter de schermen namens een tabaksfabrikant lobbyde bij Jan Kees de Jager over minimumprijzen. Een VVD-woordvoerder die op Mededinging zit en rechtstreeks overstapt naar Uber, een minister van Verkeer en Waterstaat, die in één beweging door directeur bij KLM wordt — want ja: ‘het is niet verboden’. Bestuurders van publieke bedrijven, die zichzelf zouden moeten zien als voorvechters van zorg, sociale woningbouw, veiligheid of onderwijs, maar er geen kwaad in zien in dure auto’s te rijden, megalomane investeringen te doen, chique diners te declareren of in een plek onder de zon te vergaderen — want: ‘binnen de regels’. Onze koning die in de troonrede een oproep tot solidariteit doet, maar gevraagd naar de jarenlange compensatieregeling voor zijn belastingen simpelweg verwijst naar ‘wetgeving en de Tweede Kamer’.

Evengoed de mensen uit mijn eigen kring, die neerkijken op Wilders-stemmende ‘Tokkies,’ terwijl ze de volgende ochtend op de Zuidas vrolijk weer allerlei ingenieuze belastingconstructies verzinnen die multinationals miljarden schelen terwijl die ‘Tokkies’ keurig hun afdrachten aan de staatskas doen. Kennissen die ontsteld zijn over de barbaarse weerstand tegen statushouders die ‘onze huizen inpikken’ terwijl ze zelf al jaren scheefwonen en zo rechtstreeks bijdragen aan verdringing op de woningmarkt. Zij die neerkijken op uitkeringstrekkers, ‘want je moet wel zelf iets máken van het leven,’ maar hun miserabele baan niet opzeggen omdat er binnenkort een regeling aankomt. Allemaal mensen die zich laten voorstaan op hun moreel hoogstaande denkbeelden — en die vaak ook de middelen, het vangnet en het bereik hebben om die te kunnen verkondigen — maar als puntje bij paaltje komt geen enkele bezieling tonen en keihard voor zichzelf kiezen. Precies die combinatie is wat miljoenen mensen woest heeft gemaakt, tot op het punt dat ze nog liever kiezen voor iemand die uitgesproken moreel verwerpelijke standpunten heeft en geen enkele solidariteit veinst behalve met zichzelf, maar tenminste belooft de bezem erdoor te halen.

De lege onderbuik

Die ‘onderbuik’ waar we altijd met vies gezicht over praten, zou wel eens de grote missende schakel in ons huidige bestaan kunnen zijn, én het antwoord op de Schok van Trump. Niet de onderbuik die beslist vanuit dierlijk instinct, zonder enige zinnige overweging, maar een handelen met vuur, een zwaarte in de buik die de woorden uit de mond ondersteunt. Wie dat betwijfelt, moet eens naar een Trump-rally voor hoogopgeleiden gaan: het evenement Inspiration360 in de Ziggo Dome. Begeleid door de opzwepende drums van Cesar Zuiderwijk playbackten liberale heiligen Al Gore, Richard Branson en zelfs onze eigen Harvard-professor Anita Elberse de grootste successlogans van deze tijd om de afgeknelde bloeddruk van ons kantoorslaven weer omhoog te krijgen. ‘Denk out-of-the-box!,’ ‘Durf risico’s te nemen!,’ ‘Middelmatigheid is erger dan falen!,’ ‘Screw it, just do it!’ Want, zoals Al Gore het verwoordde: ‘Onze planeet bewandelt een pad richting vernietiging en alleen wij kunnen dat pad verleggen door de juiste morele keuzes te maken.’ Als uitgedroogde nomaden klokten de bezoekers de toverdrank naar binnen, want wie wil dat nu niet: succesvol zijn, geld verdienen en de wereld ten goede veranderen? (De omgekeerde volgorde gaat zelden op.)

De menigte in de Ziggo Dome symboliseert, net als die Trum-rally’s, de zwerende wonde van ons tijdperk: een behoefte aan bezieling. Bezieling is de innerlijke motivatie die mensen in beweging brengt. Ik refereer er ook wel aan als je gut: het is het gewicht in de buik dat mensen rechtop houdt in het nastreven en bevechten van hun persoonlijke overtuigingen, zelfs als ze tegenwind ontmoeten. Een gevoel van rechtvaardigheid, continu gestuurd en bijgesteld — en dat is waar het zich onderscheidt van Trump’s gebral — door feitenkennis, ervaring en goed leiderschap. Wat de beroemdheden tijdens Inspiration360 eigenlijk zeggen, is dat je de mensen met goedgevulde guts niet omver geduwd krijgt: als tuimelaars vallen ze altijd weer terug op hun innerlijke tegengewicht: hun morele kompas.

De toverdrank van Gore, Branson en Grylls zorgde even voor een warm, brandend gevoel, maar liep er als dure Merlot in lekke wijnzakken aan de onderkant weer uit. De ceo’s en managers conformeerden zich de volgende ochtend alweer aan een bedrijfscultuur waarin geen vrouw op beleidsposities zit — sterker nog: hun eigen vrouwen zitten grotendeels thuis, want er moet toch iemand de kinderen opvoeden —, mensen met vreemde achternamen niet verder dan de postkamer komen, en waarin het personeel nog een jaartje op de nullijn blijft, ook al zijn de dividenduitkeringen gestegen.

Wat nu?

Zelfs nu miljoenen het een beter alternatief vonden hun stem uit te brengen op een man die de meest gruwelijke dingen zegt, is er geen nederigheid of zelfinzicht. Integendeel: de morele superioriteit die de brandstof voor het felle activisme was, wordt gewoon doorgezet. Mensen ‘vergeven’ hun kennissen voor het stemmen op Trump, proberen ‘begrip’ op te brengen voor Wilders-sympathisanten, of slaan de armen over elkaar en handhaven de mantra: ‘als elite betekent: nadenken en niet beledigen, dan hoor ik graag bij de elite’. Newsflash: het is niet meer zo relevant wat de intelligente, beschaafde, inclusieve elite ervan vindt. Brexit, Trump, de invloed van Wilders op alle verkiezingsprogramma’s — het zijn inmiddels feiten, geen dreigingen. De mensen die aan de knoppen zaten hebben gefaald, en het enige dat ons te doen staat is heel snel met een beter verhaal komen, niet met nog meer misplaatst paternalisme.

No more playing by the rules. Op woensdag 9 november 2016 werd niet opeens het Armageddon aangekondigd — het was enkel de dag dat een breed geleefde realiteit een gezicht kreeg. Een realiteit waaraan wij zelf hebben bijgedragen door, uit zelfbehoud of winstbejag, op cruciale momenten in ons dagelijkse leven de schouders op te halen of te wijzen naar de regeltjes. Het enige dat we daar nu tegenover kunnen zetten is moed. Moed in woorden die vorm krijgen door feitenkennis, maar daadkracht door een in vuur en vlam gezette onderbuik.

 

 

Roxane van Iperen (1976) debuteerde afgelopen zomer met Schuim der aarde, een roman die zich afspeelt aan de rauwe onderkant van Brazilië.

Haar schrijverschap combineert Roxane met onderzoek en publicaties, met name gericht op bedrijfsethiek, leiderschap, het verschil tussen individuele en collectieve moraliteit en de excessen van het neoliberale business model. De stukken die ze hierover schrijft - waaronder bovenstaand stuk - worden onder andere gepubliceerd op Follow the Moneyeen platform voor diepgravende, financieel-economische onderzoeksjournalistiek.

 

Auteurs
Auteur: Roxane van Iperen

Roxane van Iperen (1976) is auteur en jurist. In 2016 verscheen haar debuutroman Schuim der aarde, waarmee ze de Hebban Debuutprijs won. In 2018 volgde 't Hooge Nest. Het werd bekroond met de Opzij Literatuurprijs 2019 en stond op de shortlist van de NS Publieksprijs 2020. In 2021 schreef Van Iperen het Boekenweekessay De genocidefax, verzorgde ze de 4-meilezing en publiceerde ze Brieven aan 't Hooge Nest. Voorjaar 2022 verscheen haar essay Eigen welzijn eerst, en in 2023 volgde haar nieuwe roman Dat beloof ik.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: