Zoeken
Over een huwelijk
Op zondagochtend dronken de meisjes en ik warme chocolademelk met slagroom in de stad, terwijl man thuis zijn printer in een doos stopte, zijn klerenkast leegruimde, zijn scheerspullen uit de badkamer haalde. Wij bestelden poffertjes in het restaurant, terwijl hij verhuisde naar het begin van onze straat. Naar een lelijk ingericht appartement. Pal boven de Turk. Je kon binnen de pizza's ruiken, had hij gezegd.

Over een huwelijk

Gepubliceerd op 21 november, 2016 om 00:00, aangepast op 24 januari, 2017 om 00:00

''Papa is niet meer verliefd op jou, h�" zei de zesjarige.
"Zei hij dat?"
"Ja."
"Nee, papa is niet meer verliefd op mij."
"Dus dat is eigenlijk scheiden?"
"Ja."
De meisjes aten hun poffertjes op. We keken naar buiten. Er stond een enorme regenboog aan de hemel. Die halverwege ineens ophield.
"Mama?"
"Ja?"
"Ben jij nog wel verliefd op papa?"
"Nou, eh, ja." En toen zei ik dat ik af ging rekenen, dat we nog naar de H&M zouden gaan, dat ze allebei een nieuwe garderobe uit mochten zoeken. We stonden net met z'n drieën in één pashokje toen man appte dat hij thuis was.
Ben je boven de Turk?
Ja.
Dat noem je thuis.
De man die vierentwintig jaar lang mijn maatje was geweest, was van het ene op het andere moment een vreemde geworden. Iemand die ik niet kende. En naar het scheen nooit echt gekend had.
Op zondagmiddag zaten we weer met z'n tweeën in onze woonkamer - die vanaf nu dus voorlopig de mijne is - maakte hij een toastje met zalm aan het aanrecht, kon hij de honing-mosterddressing niet vinden, schonk hij een glaasje wijn in, zat ik op het kleed naast de brandende kachel, zat hij op de bank, proostten we. Waarop wisten we niet.
Op dat moment was het niet meer dan normaal dat hij daar zat, dat ik daar zat, dat wij daar zaten. Dat tegen zessen de meisjes terugkwamen van hun buurvriendjes, dat we met z'n vieren aten, dat de nieuwe kleren aan vader geshowd werden, dat er gelachen werd, dat hij ze allebei naar bed bracht, ook de elfjarige mocht op vaders rug de trap op. Met mijn ogen dicht lag ik op het kleed en luisterde naar het stommelen boven. Het tandenpoetsen. Het kletsen.
"Papa mag ik jouw nieuwe huisje morgen zien?" vroeg de zesjarige. Ook: "Heb jij eigenlijk wel een tafel?"
En het maakte mij allemaal niet uit. Zolang ik daar lag.

 

Elke Geurts (1973) publiceerde de verhalenbundels Het besluit van Dola Korstjens (2008), Lastmens (2010) en Lastmens & andere verhalen (2015). Ook schreef ze de veelgeprezen roman De weg naar zee (2013). Daarnaast schrijft ze voor Trouw en VPRO-gids en verschijnen dagelijks columns op haar elkegeurts.nl.
Een nieuwe roman van haar hand verschijnt in 2017 bij Lebowski Publishers.

Deze column verscheen eerder in Trouw. 

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: