Thuiskomer
Vijfentwintig jaar geleden ontmoette ik Chabot voor het eerst, in een statig café in Den Haag. Toen dronken we allebei nog: samen tikten we in een paar uur voor 150 gulden aan bier en cognac weg.
Bart stond erop te betalen, wat lief was, maar ook ongebruikelijk, want ik interviewde hém, voor Poäzie Nieuws. Dat was een gratis Amsterdams maandblad over gedichten, dat ik met een groep vrienden niet alleen zelf volschreef, we deden ook eigenhandig de distributie, in een oude Opel. Om drie wielen zaten echte banden, de vierde had een thuiskomer. Dat was na een jaar nog steeds zo.
Achterin lagen vijfduizend exemplaren van Poäzie Nieuws, of misschien waren het er vijfhonderd, en zo reden we alle hoofdstedelijke boekhandels af om stapeltjes neer te leggen. Distribueren maakt dorstig, dus elk half uur stopten we voor een biertje in een café of voor een haring en een korenwijn bij een viskraam. Gaandeweg de route werden we baldadiger en op het laatst wierpen we alle Poäzie Nieuwsen die we nog over hadden uit het dakraam, als pamfletten uit een helikopter over de hoofden van een bijna bevrijde bevolking.
Misschien werkt zo’n agressieve marketingcampagne ook wel voor Bart Chabot, want de man is bescheiden in de buitencategorie. Toen ik hem tijdens de leesclub van vanavond vroeg hoe hij hoopte dat Easy Street, zijn nieuwe roman, ontvangen zou worden, werd de grote schrijver klein. ‘Ik maak me geen illusies’, zei hij, bijna op fluistertoon. ‘Geen enkele illusie.’
Ik roep alle lezers van Nederland op die lage lat te logenstraffen.
Deze week draagt Erik Jan Harmens elke nacht een verhaal voor op basis van de actualiteit, bij Nooit Meer Slapen op NPO Radio 1. Afgelopen nacht de eerste, over de nieuwe roman van Bart Chabot en over doorrijden op een thuiskomer.