Hallo wereld
Als de scherpte eraf is, maakt het overduidelijke plaats voor het mogelijke. De kerstverlichting gespannen boven winkelstraten opeens gigantische springtouwen, het grauwe trottoir het strand van een vulkaaneiland, de scherpe lijnen in zijn moeders gezicht zacht en aaibaar. ‘Hallo wereld!’ riep hij vroeger als hij hier stond, ‘Hallo auto’s, hallo mensen!’ Dan beeldde hij zich in dat in iedere auto die onder hem door schoot iemand zat die hallo terugriep. Tientallen, honderden keren groette hij snel achter elkaar, als een lopende-band-begroeter, en wanneer zijn vader hem wegtrok was hij altijd bang dat er toch nog één automobilist hallo zei. Die viel dan onbegroet van de band – daar voelde hij zich nog dagen schuldig over.
Hij is onderweg naar het familiediner. Allemaal mensen die met de jaren enkel scherper zijn geworden, hun contouren uit steen gehouwen – als water zoeken anderen zich een weg om hen heen. Niet bij hem. Bij hem gaan ze door hem heen. Kijken naar een punt achter zijn hoofd, schampen zijn schouder in het voorbijgaan. Je moet piketpalen slaan, zegt zijn vader altijd, je stempel drukken op de wereld. Maar het is andersom. De wereld stanst zich steeds dieper in jou. De littekens op je lijf talrijker, het teer in je longen onuitwisbaar, gewoontes onverbiddelijk; iedere nieuwe dag een beetje meer gekleurd door de voorgaande.
Ze zitten nu ongeveer aan het voorgerecht, evalueren het afgelopen jaar, bespreken hun plannen voor het komende. Zijn vader en broer zitten de hele avond met de armen over elkaar, zijn moeder spint garen tussen keuken en eetkamer en na vier wijn begint oma over de oorlog. Hetzelfde als vorige keer, maar met nieuwe kleren. Opeens weet hij het: hij blijft hier staan. Hij groet de auto’s die voorbij rijden en wacht wat de avond brengt. Met zijn lenzen uit is alles mogelijk.
Roxane van Iperen is deze decembermaand zondagblogger voor literair tijdschrift Tirade. Hallo wereld verscheen eerder op de website van Tirade.