De reiziger is een aangrijpende roman over een joodse man, Otto Silbermann, die in 1938 weet te ontsnappen aan de pogroms van de nazi's. Met een koffer vol geld komt hij op straat te staan, maar hij kan geen kant op. Al zijn familieleden en vrienden zijn al gearresteerd of verdwenen. Silbermann probeert onzichtbaar te blijven, neemt trein na trein, in het midden van de noodtoestand. In eerste instantie gelooft hij nog dat hij naar het buitenland kan vluchten, maar zijn poging om de grens met België illegaal over te steken mislukt.
Hij vlucht van stad naar stad om aan zijn belagers te ontsnappen - van Berlijn naar Hamburg naar Dortmund naar Aken - en verblijft dagenlang in treinen, op perrons, in restaurants. Hij ontmoet vluchtelingen en nazi's, goede en slechte mensen. Hij observeert de onverschilligheid van de menigte, de compassie van enkelen. En ook zijn eigen angst.
Nooit eerder was iemand in staat zich zo direct in te leven in de sfeer van Duitsland vlak vóór de oorlog uitbrak. In de gesprekken die Silbermann voert en hoort, wordt de angstaanjagende werkelijkheid van het leven in die tijd op indrukwekkende wijze weerspiegeld. Zelfs wanneer Silbermann, gek geworden van angst, opgesloten wordt in een inrichting, blijft hij geloven in het goede van de mens.
Ulrich Alexander Boschwitz (1915-1942) werd geboren in Berlijn. Hij verliet Duitsland in 1935, en na een verblijf in Noorwegen, Frankrijk en Luxemburg vestigde hij zich in 1939 in Engeland. Ondanks zijn joodse achtergrond werd hij kort geïnterneerd en per boot naar Australië gedeporteerd, op het roemruchte schip HMT Dunera. In 1942, op 27-jarige leeftijd, mocht Boschwitz terugkeren naar Engeland, maar zijn schip werd getorpedeerd. Samen met 361 andere opvarenden kwam hij om het leven.