Kom naar de Proof Party van HOOL
Wat zegt u, een proof party?
In het buitenland bekender dan hier, maar we leggen het uit. Een proof party is een exclusief feest ter ere van de eerste gesigneerde en genummerde limited editions van een boek, nog voor verschijnen. Om de voorpret over verschijnen te verhogen, zullen we maar zeggen. In dit geval staat de avond in het teken van de spijkerharde roman over een jonge hooligan: Hool.
En wat gaat daar dan gebeuren?
Het is ons gelukt de laatste hotelkamer van Amsterdam op Koningsnacht te boeken voor Philipp Winkler en dus gaat hij 26 april om 17u in gesprek met Menno Pot en Barry Smit. Verder zal de avond verrijkt worden met bijdragen van o.a. Kluun en Wouter Laumans. Op de parkeerplaats kunt u zelf fijn een potje pannavoetbal meebeleven en in de keuken doet u zich tegoed aan optimaal hooliganvoer: kip, appelmoes en Landerbrau. Dat is dus gratis bier nog voor Koningsnacht begint.
Ik ken Philip Winkler niet.
Philipp Winkler (1986) studeerde Literair schrijven in Hildesheim. Hij publiceerde tot dusver alleen verhalen. Winkler is een groot fan van Hannover 96 en kent de wereld van de hooligans van heel nabij. In 2015 ontving hij voor fragmenten uit Hool de Retzhofprijs, en in 2008 de Joseph- Heinrich-Colbinprijs. Hool is zijn romandebuut. Hij woont in Leipzig, maar verbleef door de jaren heen in onder meer Albanië, Kosovo, Servië en Japan.
Ik ken Hool niet.
Hool is een indringend romandebuut over een jonge hooligan – loeispannend, meeslepend van kaft tot kaft.
Heiko Kolbe heeft twee families. De asociale waarin hij tot zijn grote spijt geboren is, en die waarvoor hij kiest. Philipp Winkler vertelt in Hool het verhaal van een harde jongen die zich overal doorheen knokt om wat hem heilig is te beschermen: zijn voetbalclub. Een voor een vallen alle zekerheden voor Heiko weg: zijn moeder, die hem al heel vroeg in de steek laat; zijn vader, die vlucht in de drank; zijn vriendin, die vlucht in de drugs, en tot slot zijn maten. Heiko vindt bepaald geen houvast bij zijn tuttige zus Manuela, noch bij zijn louche oom – die een sportschool gebruikt als dekmantel voor drugsdeals met motorbendes –, noch bij zijn schimmige huisbaas, die als broodwinning dierengevechten organiseert.
Heiko’s leven wordt steeds leger en de adrenalinerush van het vechten is uiteindelijk het enige wat hem nog op de been houdt. Winkler kruipt overtuigend in Heiko’s huid, verwoordt subtiel diens woede en pijn in een staccato van korte zinnen, en plaatst zich met Hool in een grote literatuurtraditie: een stem geven aan hen die geen stem hebben.
Klinkt als een mooie avond, ik hou wel van (vul in: voetbal, kale koppen, bier, appelmoes, gratis boeken, Duitsers, geniale uitgevers, parkeerplaatsen). Hoe kan ik hier bij zijn?
Mail lili.burki[at]lebowskipublishers.nl even zodat we rekening kunnen houden met je komst.