Zoeken
Kerst op Gran Canaria, een kerstverhaal van Jonah Falke
Voor deze anders dan anders kerst schreef Jonah Falke speciaal voor Vrij Nederland een anders dan anders kerstverhaal.

Kerst op Gran Canaria, een kerstverhaal van Jonah Falke

Gepubliceerd op 5 januari, 2021 om 00:00

 

Op kerstavond landde ze op Gran Canaria. Het hotel was zo goed als uitgestorven en haar hotelkamer iets te scheutig met chloor schoongemaakt. Even vroeg ze zich af wat ze hier alleen moest, maar toen ze haar balkondeur opende en de zee zag, wist ze het weer.

Vroeger verruilde ze Delfzijl met kerst voor de Canarische Eilanden om uit te rusten van een druk jaar. Na haar werkzame leven bleef ze komen voor de zon. Eerst met haar man, daarna met vriendinnen, nu voor het eerst alleen. Ook zij had getwijfeld of ze wel op vakantie moest gaan. Maar die corona was toch overal? Dat deze all-in vakantie goedkoper was dan andere jaren gaf de doorslag. Niet dat geld een probleem was, maar toch.

Ze begreep inmiddels wel waarom het zo goedkoop was. De disco, massagesalon, sauna en cocktailbar waren dicht en ook de animatoren waren nergens te bekennen. Zonder avondprogramma duurde de dag wel erg lang. Na een cocktail die de roomservice, met een mondkapje op, had gebracht, ging ze op bed liggen. Het was te warm om te slapen en de geur van chloor vermengd met zeewind maakte haar misselijk. De cocktail kwam omhoog als ze op haar rug lag. Ze draaide zich op haar zij en viel in slaap.

Op een getatoeëerd stelletje na lag er nog niemand aan het zwembad deze morgen. Ze wist niet waarom, maar het leken haar Duitsers. Voor de zekerheid zei ze: ‘Guten Morgen.’ Na zes baantjes ontbeet ze met spek en eieren en ging ze uit wandelen. De boulevards en stranden waren leeg en de restaurants gesloten. Ze voelde zich al snel de laatste mens op aarde. Zo had ze geen idee hoe ze de dagen hier door moest komen. Zou ze morgen nog wel een brommer kunnen huren om aan de andere kant van het eiland te gaan kijken? Misschien was het beter om gewoon een keer van deze rust proberen te genieten.

Bij een verlaten inham zwom ze. Op het strandje droogde ze zich niet af, maar liet de zon het werk doen. Het bleef een onvoorstelbaar gegeven dat dezelfde zon in Delfzijl scheen. Soms dacht ze dat ze Afrikaanse voorouders had. Een mens, zij althans, kon toch niet gemaakt zijn voor de kou?

Haar dochter had niet begrepen waarom ze zo nodig weg moest dit jaar. ‘Wees toch eens solidair met anderen,’ had ze gezegd. Maar hoe kon ze solidair zijn met zieke mensen die ze niet kende? Ze deed toch geen vlieg kwaad zo? Ze wilde slechts een beetje zon. Het leek soms alsof haar dochter vanuit de toekomst naar haar keek, op haar neerkeek. Was dit bejaard worden? Dat ook je ideeën achterhaald blijken te zijn?

Net toen ze wegdommelde klonk er geschreeuw. Geschrokken sloeg ze een handdoek om zich heen. Ze keek maar zag niets. Het geschreeuw klonk nog steeds. Misschien had ze te vet ontbeten en was het haar buik. Ze kon geluiden produceren alsof er een kat in haar buik verdronk. Het hield op, ze sloot haar ogen en sukkelde weer weg.

Met verbrande benen en een sliert kwijl op haar wang werd ze wakker. De zon was gedraaid, ze had honger en haar huid schreeuwde om crème. Ze liep terug naar het hotel en toen zag ze het. De kustwacht rukte uit en ze voelde zich betrapt zonder te weten waarop. Instinctief wierp ze haar handen omhoog. Van alle kanten passeerden de wagens haar en ze liet haar handen zakken. Mannen renden het water in om anderen eruit te halen.

Op deze eerste kerstdag werden tientallen jonge mannen uit de zee gehaald. Ze gingen op het strand voor haar resort zitten. Ze leefden nog, dacht ze, maar daar was ook alles mee gezegd. Tjonge. In Delfzijl spoelde nooit wat levends aan. Een rottende walvis misschien. Toch herkende ze dit tafereel. Was er jaren terug ook niet zoiets gebeurd? Jonge, zwarte mannen die in gouden folie werden gewikkeld.

Het personeel van haar hotel kwam met thermoskannen en flessen water naar buiten gerend alsof ze hadden gewacht op dit moment. Het bedienen zit ons in het bloed, dacht ze, klandizie is klandizie, en dat is mooi. Ze durfde het niet hardop te zeggen, maar dit was een geschenk uit de hemel. Ze kon zich nuttig maken hier. Al had ze eigenlijk niks met vluchtelingen, zoals ze ook niet van honden hield. Ze aaide ze slechts uit beleefdheid. Maar dit waren geen opdringerige honden. Dit waren mensen.

Voor ze ging helpen moest ze even wat eten en haar benen insmeren. Dat had ze van een vriendin die in het ziekenhuis werkte geleerd: ‘Je moet jezelf nooit vergeten. Dat is levensgevaarlijk.’ Vanaf haar balkon keek ze naar het strand terwijl ze zich gehaast insmeerde. Daarna at ze snel twee bananen en liep ze het strand op.

Iemand van het hotel keek toe alsof hij iets afgrijselijks zag en zei: ‘Misschien hebben ze wel corona.’

‘Ze komen net uit zee, hoe kunnen ze corona hebben?’ zei ze. Ze nam een zak broodjes van hem over en begon ze uit te delen. Ze was niet bang en liet zich niet weerhouden door een onzichtbaar virus. De meest opdringerige jongens liet ze het langst wachten op een broodje.

Toen alle jonge mannen aten, hurkte ze naast een huilende jongen. Ze streek hem over zijn rug en zag dat hij een erg slecht gebit had. Tanden schots en scheef als de verwilderde tuin van een huis dat al lang te koop staat.

Om hem wat op te vrolijken, vertelde ze dat zij op vakantie was. Vroeger kwam ze hier met haar man, daarna met vriendinnen maar nu voor het eerst alleen. Ze wees naar haar balkonnetje en toen pakte ze zijn hand en zei dat het soms voelde alsof ze Afrikaanse voorouders had. ‘I love and need the sun to survive. You too? I’m like a plant. Just like you.’ Hij keek haar meewarig aan en toen begon hij te lachen.

Ze probeerde nog wat andere jongens te helpen, maar ze verstonden haar niet. De vele grote ogen keken haar slechts vragend aan. Er werd iets gezegd door de huilende jongen waardoor alle mannen even begonnen te grijnzen. Ze lachte terug maar dat hielp niet. Ze bleven haar aankijken. Het was alsof ze honger hadden en zij slechts een stuk vlees of een heel groot broodje was. Ze droeg nog altijd haar badpak, het koelde al wat af.

Ze keek om zich heen en de hulpdiensten en medewerkers van het hotel waren druk met elkaar aan het overleggen. Ze excuseerde zich en een man greep haar bij haar arm en zei: ‘I’m also a plant.’ Hard rende ze naar de lobby en op haar kamer kon ze pas rustig ademhalen. Het geschenk uit de hemel viel behoorlijk tegen.

Die avond werden de jongens gasten van het hotel. Overal op de gangen klonk gelach of gejammer. Sommige hotelgasten eisten met veel bombarie hun geld terug en vertrokken. De eetzaal zat die kerstavond vol, maar toch zat de sfeer er niet echt in. Het werd niet meer zoals het hier vroeger was. Een jongen stopte zijn broekzakken vol met worstjes en bami. Anderen aten voor drie. Sommigen dronken alleen maar bier. Misschien dachten de jongens dat het eten overal onbeperkt was in Europa. Dan zouden er nog een hoop teleurstellingen volgen.

Het overdadige buffet wekte haar eetlust niet. Ze verliet de eetzaal en ging buiten met haar rug naar de zee staan. Ze maakte een selfie en stuurde die naar haar dochter. Die reageerde meteen met: ‘Mooie zonsondergang daar.’ De zonsondergang was inderdaad prachtig. Ze hield zich groter dan ze was toen ze een foto van haar dochter kreeg: de nieuwe airfryer stond midden op de gedekte eettafel in Delfzijl. Ze wensten elkaar een fijne kerst. Toen ze in bed lag rommelde haar buik en telde ze hoeveel nachtjes ze nog moest slapen voor ze dit eiland weer mocht verlaten.

 

*

Illustratie door Pieter van Eenoge
Het kerstverhaal is ook ingesproken door Jonah Falke en hier te beluisteren.

Auteurs
Auteur: Jonah Falke

Jonah Falke (1991) werd geboren in Ulft en studeerde fine art painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In 2016 verscheen zijn debuutroman Bontebrug, in 2019 volgde De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef voor Vrij Nederland, See All This, ELLE, HP/De Tijd en VPRO Nooit meer slapen en is vaste columnist bij de Gelderlander en op het Lebowski Blog.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: