Verschenen: 'Profane verlichting'
Door Johannes van der Sluis:
Epifanie, op de uitgeverij om te toasten op de verschijning van mijn nieuwe bundel, Profane verlichting. We spraken onder andere over mokken met teckels erop, het nemen van een (vrijwillig) celibatair jaar en Wes Anderson – in die volgorde. Later die avond onmoette ik in Amsterdam-Osdorp schoonmaker/columnist Tuğrul Çirakoğlu (zie Frisse Kater) om hem het eerste exemplaar te overhandigen, hij komt voor in een van de gedichten. ‘Mijn vrouw houdt van poëzie,’ zegt hij. Ik waarschuw hem, want het is ‘Rotterdamse poëzie’ dus verhalend, uit het leven gegrepen, soms letterlijk, maar gelukkig houdt ze daar juist van. Vlak voor het opnemen van het filmpje van de overhandiging zegt Tuğrul: ‘Ik had eigenlijk iets anders aan moeten trekken.’ De kordate dame die bezig was met een verhuizing en door Tuğrul voor het opnemen is geronseld zegt: 'Ga maar niet voor het afval staan.' Ik mag een poet of trash zijn, ook ik verplaats me zonder protest.
Tuğrul had die middag en avond een grote klus in Leiden. Een man was terwijl de wc verstopt was geraakt gewoon doorgegaan met het doen van zijn behoefte op die plek. Toen dat onmogelijk werd, begon hij de badkuip te gebruiken voor dat doel. Hij vertelt dat het vaak voorkomt dat mensen na het overlijden van hun echtgenoot/echtgenote het spoor bijster raken. Zonder het uiteraard te verheerlijken kan dit wat mij betreft ook worden opgevat als romantiek – maneschijn minus de rozengeur – maar dat terzijde.
Tuğrul heeft geen illusies meer wat betreft de politiek om iets te veranderen aan verwaarlozing en eenzaamheid. ‘Ik dacht eerst, als deze problematiek bij de juiste personen daar terechtkomt, dan is het opgelost. Daar geloof ik niet meer in.’ Wijzend naar de flat aan de overkant zegt hij: ‘Het kan Rutte echt geen moer schelen als iemand zich daar op drie hoog verhangt.’ Ik moet denken aan recente camerabeelden waarbij Rutte snelwandelend als nieuwjaarsboodschap tegen de camera zegt: ‘Let een beetje op elkaar,’ en vliegensvlug doorloopt om de volgende cameraploeg te woord te staan. Met zijn aanstaande boek, Schoon genoeg, hoopt Tuğrul mensen te bereiken die door zijn werk en verhalen misschien iets kunnen herkennen in hun eigen omgeving om er iets aan te doen. Ook ik hoop met mijn bundel het verborgene op te laten lichten en als het even kan het gemoed van de lezer zelf te verlichten, al is het maar tijdelijk. Daarna verdwijnen we allebei in het donker.