Zoeken
Hondje
Elke Geurts schrijft elke week voor De Limburger over hoe zij het goede leven probeert te leven en hoe haar afkomst dat beïnvloedt.

Hondje

Gepubliceerd op 14 april, 2020 om 00:00, aangepast op

 

Sinds een wereldramp ons trof, verlang ik steeds meer naar een hondje.
Als ik me niet helemaal goed voel, als ik die onduidelijke dreiging steeds duidelijker begin te voelen, als ik me er weer even glashelder van bewust ben dat de ballen die we onder water proberen te houden, daar niet - nooit - voor altijd zullen blijven, google ik op ‘lief klein hondje.’
Daar word ik rustig van.
Zodra er iets rampzaligs gebeurt, wil ik een hondje. Nooit google ik namelijk vanzelf op katje.
Toen ik een paar jaar geleden in een heel normale ramp terechtkwam - die alleen mijn wereld deed instorten -, werd ik rustig bij het idee van de aanschaf van een golden retriever. Een vriendelijke, trouwe hond die altijd begon te kwispelen zodra hij me zag. 
Maar in die tijd had ik helemaal geen huis waar ik met de golden retriever en mijn kinderen zou kunnen wonen. Ook wist ik ergens wel dat mijn verlangen naar een golden retriever vooral werd ingegeven door een onnoemelijk groot verdriet. Dat het helemaal niet fair zou zijn naar die hond toe. Hij zou de hond moeten zijn die alles goedmaakte. Die last is voor zo’n beest niet te dragen. 
Nu is het anders. Nu zitten we met z’n allen in een wereldwijde pandemie. Nu heb ik een lief, klein huisje. Ik zou een hondje nu ook zelf iets te bieden hebben. 
Tegenwoordig kom ik steeds uit bij de maltipoo pup. Waarom niet?
We zijn de komende maanden toch altijd thuis. Deze situatie zou nog weleens lang kunnen voortduren. Ik hou er rekening mee dat de premier ons na de meivakantie vertelt dat dat we nog even zo doorgaan tot na de zomervakantie. Dat hij bezig is ons het slechte nieuws in behapbare brokjes te brengen.
En: je hondje uitlaten is zélfs in landen waar een totale lockdown heerst, toegestaan. Met een hondje verzeker je je dezer dagen dus ook van elke dag frisse lucht. Beweging.
Trouwens, ik ben zelf ook opgegroeid met een hond.
En toen ik daarnet met mijn dochters aan het skeeleren was, zei een voorbijganger: ‘Jullie zouden een hondje moeten hebben.’
‘Mama, dit kán geen toeval zijn,’ zei mijn oudste. 
Dat leek mij dus ook niet.
Ik probeer mijn hang naar een hondje wel te temperen.
Het hondje is een handenbindertje. Elke dag zal ik zijn warme drollen op moeten pakken. Wat nou als het hondje steeds diarree heeft? Wat nou als het simpelweg een rothondje blijkt te zijn? Wat nou als het hondje allerlei ziektes onder de leden blijkt te hebben, en als het nooit met blaffen stopt? 
Misschien ook komt de hondenwens omdat ik over een paar maanden zevenenveertig jaar word, en een lief, klein baby’tje nu toch echt geen goed idee meer is.
Hoewel veel mensen me vaak jonger schatten dan ik ben. Ik heb bijvoorbeeld nog een heel jonge stem. Ik kan ook heel speels denken. 
Geen baby dus. Een hondje mag wel. 
Ik hoor het een vriend van mij nog uitroepen: ‘Niets is afstotelijker dan een gescheiden vrouw van in de veertig die een hónd neemt.’ 
Die uitroep zelf is het probleem eigenlijk niet. Iedereen kan roepen wat-ie wil. Daar hoef ik helemaal niet naar te luisteren. Het probleem is dat ik daar kennelijk stiekem tóch waarde aan hecht. Dat ik nog steeds de neiging heb om bij alle negatieve kreten aan te nemen dat ze waar zijn. 
Alleen daarom al zou ik een hond moeten nemen.
‘Het wordt dan wel jóúw hondje, hè?’ zei een vriendin me gisteren. ‘Niet het hondje van je kinderen. Het is helemaal joúw hondje.’
Dat was waar. En dat boezemde me angst in. Míjn hondje. Tot ná mijn zestigste. 

 

*** 

Deze column is eerder gepubliceerd in De Limburger
Lees ook Elke Geurts roman Ik nog wel van jou
Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: