Zoeken
Wijde wereld
Elke Geurts schrijft elke week voor De Limburger over hoe zij het goede leven probeert te leven en hoe haar afkomst dat beïnvloedt.  

Wijde wereld

Gepubliceerd op 15 juli, 2020 om 00:00, aangepast op

Ik zal nooit een kattenvrouwtje worden, dacht ik. Want wij hadden vroeger een hond.

Eenmaal een hondenmens altijd een hondenmens.

Nu wandel ik hier in de ochtend met mijn babykatertje aan een lange riem door mijn buurt in Amsterdam-Noord. De kitten komt al naar mij toegerend zodra ik de riem pak. Hij wacht op de mat totdat we samen de voordeur uitgaan. De wijde wereld in. Ik met het slaapzand nog in mijn ogen.

Nu sta ik hier kalm te wachten tot mijn katertje onder een geparkeerde auto uit zal komen. Dat kan een tijdje duren. Hij houdt van geparkeerde auto’s.

De wereld van mijn katertje moest nodig vergroot worden. Hij begon tegen mij op te klimmen. Voortdurend in mijn nek te springen als ik keurig achter mijn bureau ging zitten tikken. Hoe vaak ik die pingpongballetjes ook door mijn kamer smeet; na vijf weken had hij toch echt niet meer genoeg aan mijn huis en de vier schuttingen van mijn tuin. Het tuinhekje moest open. De voordeur dus ook.

Zijn Limburgers eerder hondenmensen? Ik weet dat er vroeger bij mij in Heijen een stuk minder mensen waren met katten dan met honden. Maar als ik het over vroeger heb, heb ik het vooral over de jaren tachtig. Mijn bloeiperiode in Heijen. Ik was toen nog stevig in het Noord-Limburgse dorp verankerd. Mijn hele leven - met mijn vader, moeder en onze hond – speelde zich er af, op de hoek van een en dezelfde straat. Mijn broertje stond op het punt om geboren te worden. In die tijd had ik nog nooit één voet in de hoofdstad gezet, of misschien was ik al een keer met mijn moeder en oom in die drukke Kalverstraat geweest.

Heijen was mijn wereld. Het tuinhekje zat nog dicht. De voordeur was gesloten. Ik had geen enkel zicht op iets anders. Ook nog niet echt een verlangen. Ik wist wel dat ik er ooit weg zou gaan. Maar dat was voor mij gewoon een gegeven. Iets voor later. Net zoals je weet dat je later een beroep uit zult gaan oefenen.

‘Oppassen dat-ie niet ín de put valt, hoor!’ roept een buurman. ‘Hij past er zo in!’

Nu is mijn katertje met zijn halve lijf in het rooster van de afvoerput verdwenen. Wie weet wat er daar beneden nog meer allemaal is?

We zigzaggen weer samen door de straat. We vergroten zijn wereld. Tot hij voldoende indrukken heeft gehad om een tijdje vredig te kunnen slapen.

Ik zie mezelf wel lopen, hoor, in m’n zandkleurige trenchcoat, met mijn nog ongekamde haar, kletsend tegen een kitten aan een riempje. De moeder wier kinderen in de eerste week van de zomervakantie bij hun vader zijn.

Maar ik kan het iedereen aanraden. Je gaat anders naar je eigen buurtje kijken. Sterker nog: je kíjkt. Je ziet andere dingen. Je hoort geluiden die je allang niet meer opgevallen waren. Het starten van de motor van de overbuurjongen. Een auto die voorbijrijdt. Een duif die vlak voor je neus opstijgt. Het fladderen van de vleugels. Sowieso: al die trillingen in de lucht. Die hommel die boven je hoofd schommelt. Werkelijk alles beweegt. Hoe beter je kijkt, hoe weidser je wereld. Dat je daarvoor écht niet naar het buitenland op vakantie hoeft, wilde ik opschrijven, maar dat meen ik niet.

Dan scheurt er een dreumes de hoek om. Hij wijst naar mijn katertje en roept: ‘Hondje! Kijk, mama! Hóndje!’

Hoe hij ineens stilstaat, zich omdraait, op een afstandje blijft staan kijken naar het beestje aan mijn riem, er verschijnt een steeds grotere frons in zijn voorhoofd.

‘Hondje?’ zegt hij weer.

Wist hij nét nog precies hoe de wereld in elkaar zat, zit het verdomme alweer anders.


*** 

Deze column is eerder gepubliceerd in De Limburger. 
Lees ook Elke Geurts roman Ik nog wel van jou. 
Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: