Ineens
Ineens was ik dus een paar dagen overgekomen.
Van het ene op het andere moment reed ik in een gezinsauto door Toscane met drie kinderen op de achterbank in plaats van twee. Die lage zon. Die cipressen in het heuvelachtige landschap. We waren op weg naar Siena om een hapje te eten. De afspeellijst 'Italiësongs' klonk door de speakers. De kinderen knikkebolden. Mijn blote voeten lagen op het dashboard. Omdat ik geen rijbewijs heb, was het jaren geleden dat ik in de zomervakantie in zo’n auto zat. Ik moest af en toe op mijn tong bijten omdat de naam van mijn ex ineens in mijn mond bestorven bleek te liggen. Ik wilde hem steeds zeggen dat hij niet te hard moest rijden, omdat we wel drie logeerkinderen hadden waarop we moesten passen.
Van het ene op het andere moment liep ik met een zaklamp door de bushbush, een jongetje van negen aan mijn zijde met een tandenborstel in zijn hand, stond ik in de deuropening van het toilethok te wachten tot hij zijn tanden gepoetst had en zei vriendelijk - doch met enige dwang - dat hij eerst nog naar de wc moest gaan voordat hij ging slapen.
‘Wil je wel op mij wachten?’ vroeg hij toen ik wilde gaan.
Hij pakte mijn hand toen we door de donkerte terugliepen. Ik wist niet zo goed wat ik met die hand moest, dus liet ik de mijne eerst losjes in de zijne liggen. Maar het jongetje pakte mijn hand gewoon nog wat steviger beet, en daar liepen we.
Van het ene op het andere moment zat ik met M en zijn drie kinderen in een Italiaans restaurant en boog ik me, zodra de pizza’s arriveerden, als vanzelf naar opzij om de pizza voor de negenjarige te snijden, en boog M zich tegelijkertijd over de pizza van de twaalfjarige dochter naast hem.
‘Moet je zien hoe we nu zitten!’ riep ik uit.
‘Ik wist dat jij dit nu aan het denken was,’ zei M.
‘Wij hebben nog nooit samen pizza’s gesneden!’ zei ik. We lachten om hoe we daar zaten. Als een soort vader en moeder.
‘Zou dit dan een onderwerp zijn voor je column?’ vroeg de veertienjarige dochter.
‘Precies!’ zei ik.
‘Jij snapt het,’ zei M.
Van het ene op het andere moment lag ik aan een meertje in mijn bikini met drie bekvechtende kinderen en sprong ik veel vaker het diepe water in dan ik ooit met mijn eigen kinderen zou hebben gedaan.
‘Mogen we nog een koekje?’ vroeg één van de kinderen.
‘Nee,’ zei M.
‘De hele zak moet leeg,’ zei ik. ‘Wij lunchen altijd met koekjes.’
Van het ene op het andere moment reden we via de Mont Blanctunnel Frankrijk weer in waar aan de voet van een berg hun moeder al stond te wachten.
‘Daar staat ze,’ zei M. Hij zwaaide. De kinderen zwaaiden. Ik haalde snel mijn voeten van het dashboard, ging rechtop zitten, boog mijn hoofd.
Het moment daarna zaten we met z’n allen op een terrasje en dronken we wat voordat de overdracht zou plaatsvinden. Al klokte ik een literfles water leeg, mijn mond bleef kurkdroog. Ik zat daar warmte af te geven. Ruimte in te nemen. Met dat overduidelijke lijf van mij.
De ex van M was zo blij haar kinderen na drie weken weer te zien. Ik dacht aan mijn meisjes die ik de volgende dag ook eindelijk weer in mijn armen zou nemen.
Van het ene op het andere moment stonden M en ik ook weer naast elkaar, zwaaiden we de auto uit waarin de kinderen met hun moeder wegreden.
***
Deze column is eerder gepubliceerd in De Limburger.
Lees van Elke Geurts ook Ik nog wel van jou.
Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.