Zoeken
Het vertalen van Vesaas – Marin Mars vertelt hoe zij te werk ging
Marin Mars vertaalde recentelijk haar derde Vesaas-titel, De boot in de avond. Ze vertelt over de uitdagingen van deze vertaling, de schrijfstijl van Vesaas en de scheidslijn tussen proza en poëzie. 

Het vertalen van Vesaas – Marin Mars vertelt hoe zij te werk ging

Gepubliceerd op 19 oktober, 2020 om 00:00

 

Toen ik jaren geleden De vogels van Vesaas voor het eerst las, sloeg dat in als een bom, ik had nog nooit zoiets gelezen! De sobere, indringende taal, de manier waarop Vesaas schijnbaar alledaagse gebeurtenissen laat spreken en hoe hij je moeiteloos meevoert in Mattis’ wonderlijke denkwereld was uniek. Het was voor mij dan ook heel bijzonder om De vogels en daarna ook Het ijspaleis en De boot in de avond te vertalen en me zo in zijn taal en de wereld van zijn personages onder te dompelen.

Waar De vogels en Het ijspaleis een doorlopend verhaal vertellen, schetst Vesaas in De boot in de avond in zestien ogenschijnlijk op zichzelf staande hoofdstukken een levensverhaal dat naar eigen zeggen dicht bij dat van hemzelf ligt. Deze hoofdstukken, die zeer verschillend van sfeer, onderwerp en lengte zijn, lijken als herinneringen op te duiken. Het is een divers geheel, zoals je bij herinneringen kunt verwachten. Immers, naast de herinneringen aan je kindertijd, die naarmate je ouder wordt meestal alleen maar sterker worden, en de grote, belangrijke gebeurtenissen die je nooit zult vergeten, blijven ook schijnbaar willekeurige dingen je een leven lang bij. In De boot in de avond vind je die verschillende soorten herinneringen terug. Zo is het eerste hoofdstuk ‘Zoals het in je herinnering staat gegrift’ een kinderherinnering aan het geliefde paard dat zichzelf verwondt in de sneeuw, en gaat een van de laatste hoofdstukken over zijn moeder en hoe het thuis was toen hij klein was. Maar ook roept hij het beeld op van vijf dode soldaten die in de regen zijn blijven liggen, en beschrijft hij hoe het was als hij op een zomerse dag ’s morgens vroeg de melkemmer ging halen. In weer andere hoofdstukken lopen fantasie, herinnering en werkelijkheid op intrigerende wijze door elkaar heen.

Hoe verschillend de hoofdstukken ook zijn, als lezer voel je ook de samenhang. Vesaas’ oeuvre is doordrongen van symboliek en deze symbolen, waarvan je sommige terug kunt vinden in De vogels en Het ijspaleis, maken dat je de herinneringen ook werkelijk als herinneringen van één persoon ervaart. Ook de subtiele verwijzingen door de hoofdstukken heen, die in een enkel woordje of zinswending kunnen liggen, brengen die verbinding tot stand. Bij het vertalen is het een avontuur op zich om te ontdekken hoe Vesaas dit doet.

Bij elke vertaling gaat het erom trouw te blijven aan de stijl van de auteur. Het dialect waar Vesaas in schrijft en zijn unieke taalgebruik voelen heel soepel, bijna zacht, aan. Daarbij vergeleken is Nederlands vrij direct en het was een hele uitdaging om die souplesse van Vesaas in de vertaling te behouden.

Die uitdaging wordt nog vergroot doordat in De boot in de avond de scheidslijn tussen proza en poëzie flinterdun is. Soms had ik het idee dat ik één groot gedicht aan het vertalen was.

Ritme is heel belangrijk in poëzie en speelt ook in Vesaas’ taal een grote rol. En hoewel het moeilijk is om dat ritme in een andere taal te vangen, heeft het me opmerkelijk genoeg bij de vertaling ook geholpen, omdat je een soort kader krijgt aangereikt, een cadans die je op het goede spoor zet en je bijna het gevoel geeft dat Vesaas bemoedigend over je schouder meeleest.

 

De boot in de avond is nu verkrijgbaar.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: