Hoe 'Swingers' van Fleur van Groningen tot stand kwam
Ik werkte nog volop aan De dictatuur van de schoonheid – het gefictionaliseerde relaas van de beladen relatie tussen mijn overleden vader en mij, die mijn debuutroman zou worden – toen een vriend voorstelde dat mijn man en zijn vrouw elkaar wat beter zouden leren kennen. Waarop mijn man zich afvroeg of dat louter vriendschappelijk, dan wel erotisch bedoeld was. En of die vriend ook wilde plannen met mij had?
Ik, die het zelden merk wanneer een man interesse toont, kwam hoogrood uit de lucht gevallen. Ik stamelde dat het ongetwijfeld om vriendschap ging. Maar hoe goed kende ik die vriend eigenlijk? Al gauw sloegen mijn man en ik hardop aan het fantaseren – niet zozeer uit opwinding, maar met een ongemakkelijk lachje dat uitmondde in geschater. Het was de aanzet van Swingers.
Het idee van twee koppels die swingen, en de gevolgen en bedoelingen van die ene spannende nacht, rijpte verder in mijn hoofd. Ik legde De dictatuur tijdelijk aan de kant en mijmerde over de amoureuze avonturen die ik vroeger heb beleefd: telkens was er een onbekende man, een blank projectievlak, waarmee ik het toppunt van passie hoopte te beleven. In realiteit volgden er donsdekens zonder sloop, onbestaand voorspel, volstrekt teleurstellende gesprekken, halfslachtig gefriemel. Ik herinner me die keer dat ik ’s morgens ontwaakte naast iemand waarop ik pril verliefd was. Slaapdronken waggelde ik naar de wc om daar zijn excrementen aan te treffen, reeds aangetast door water en tijd. Zelden houdt men in zijn fantasie rekening met de ontnuchterende of verwoestende realiteit. Altijd weer is er die hoop: wat als het ditmaal toch de fantasie overtreft?
Het moest dus faliekant misgaan in Swingers. En zo was de toon gezet: naast pikant zou het boek ook humoristisch én schrijnend zijn, het zou de mens in zijn gênante blootje zetten, gespeend van verzachtend kaarslicht en verbloemend ondergoed. De truc: ondanks alle uitspattingen trouw blijven aan de menselijke psyche.
Intussen had ik ook nog een kind gebaard en ontdekte iedere avond de wondere wereld der peutertelevisie. Vol ongeloof staarde ik naar psychedelische bloemen en volwassen acteurs die met elkaar speelden alsof ze koters waren. Nog lang nadat ik mijn zoontje in bed had gelegd, galmden de gekke stemmetjes van zijn favoriete poppenshow door mijn hoofd. Ik vroeg me af wie er in die poppenpakken zat. Wat gaat er door iemand heen die dag in dag uit voice-overs inspreekt als: ‘Dit is een banaan’? Putten ze er plezier uit? Is het een compromis? Is er sprake van diepe droefheid? Swingers mocht zich niet alleen in duistere seksclubs afspelen, besloot ik. Er moest een contrast komen met de onschuldige kinderwereld, als een symbool voor de strijd tussen onze innerlijke goorlap en ons innerlijke kind.
Toen kreeg corona het land in de houdgreep. We gingen in lockdown. Ik, die het gevoel had al in quarantaine te zitten sinds mijn zwangerschap, voegde me met tegenzin naar de regels. Niet lang daarvoor had ik besloten om meer risico’s te gaan nemen, vaker te durven, werkelijk te léven.
Nu zat ik gevangen tussen vier muren, met man en peuter én de martelende muziekjes van Baby tv. Niet dat ik niet dankbaar was voor mijn kostbare gezin, maar ik wilde evengoed spanning en verrassingen, en dat vond ik niet in de zoveelste luier.
Ik begon te schrijven. Mijn man en ik spraken een beurtrol af en op de momenten waarop ik geen papjes hoefde te maken, repte ik me naar het parallelle universum van mijn fantasie, dat me nooit teleurstelde omdat er geen reality check op volgde. ’s Avonds las mijn man voor wat ik die dag geschreven had en lachten we ons krom. Ondanks de zwaarte die buitenshuis voelbaar in de lucht hing, hielp het ons om het leven toch luchtig te houden. Swingers bleek een happy-pil in letterformaat.
Hoewel het boek in wording zich onmiddellijk ontpopte als een pretentieloze, entertainende goodread, merkte ik dat ik er gaandeweg toch veel van mezelf in kwijt kon. De mannen die ik gekend heb, bijvoorbeeld; goede maar vooral slechte seks. Mijn ervaringen als gevoelig mens met narcisten en hun geslepen manipulatietechnieken. Mijn spirituele zoektocht (hoewel ik daar de spot mee drijf; één van de personages is een helderziende tv-kokkin). Mijn jeugd in een internationale, Indiase sekte (een passage over een reinigingsritueel in een schuilkelder is gebaseerd op wat ik als kind heb beleefd). Mijn liefde voor de natuur en schoonheid (hier en daar liet ik me even gaan in lyrische beschrijvingen, zodat er toch nog wat poëzie in sloop). Mijn midlifecrisis (omdat ik motorrijden eng vind, brom ik in het dagelijkse leven stoer achter mijn winkelkarretje, maar in dit boek kon ik werkelijk alles doen waar ik zin in had, zonder consequenties). Mijn ergernis aan de doorgedreven politieke correctheid van tegenwoordig. De boze brieven die ik als columnist ontvang. Actuele thema’s die ook mij bezighouden, zoals bodyshaming, racisme, feminisme, gender, diversiteit, de obsessie met identiteit en het heersende gebrek aan empathie. Het kon er allemaal in, weliswaar op niet-moraliserende wijze, want in de eerste plaats bleef Swingers een komedie. Het was bevrijdend om te merken dat ik de spot kan drijven met datgene wat me vroeger mismoedig stemde of heeft beschadigd. En dat zou wel eens kunnen betekenen dat ik, eindelijk, na heel wat omzwervingen, in het reine kom met mijn woelige verleden.
Mijn redacteur Roel van Diepen – tevens trouwe coronabuddy – heeft het afgewerkte Swingers intussen treffend omschreven als ‘een humoristische, pikante zedenschets die de grenzen van ons geweten aftast’. ‘Maar,’ voegde hij daar minstens zo treffend aan toe, ‘voor wie dat wil is het ook gewoon een geil verhaal’. Wat het ook wordt: ik hoop dat mijn lezers er evenveel lol aan beleven als ik toen ik het schreef, en de corona-kommer even van zich kunnen afzetten.
Leesfragment:
Roosje had met Luc en Ella in café Onder Den Toren in Heddenbroek afgesproken. Ze was er als eerste en nam uiterst behoedzaam plaats op een stoel aan een tafeltje in de hoek. Onderhaar tentjurk droeg ze een beha en shortje van bubbeltjesplastic en ze wilde niet dat die nu al knapten.
Ze tuurde de gelagzaal rond. Aan de toog zat een vijftal senioren, onder wie twee bekende dorpsfiguren die ze al meermaals krom had voorbij zien fietsen. Ze dronken bruin bier en grinnikten, en hadden haar nog niet opgemerkt, of totaal geen interesse in haar. Aan het tafeltje verderop zaten twee koppels van een jaar of vijftig te kaarten. Ook zij dronken bier.
Roosje ging voorzichtig verzitten. Ze voelde de bubbeltjes tussen haar bilnaad. Het bezorgde haar precies het aparte, spannende gevoel dat ze had bevroed toen ze het setje online bestelde.
Ze was zenuwachtig. Sowieso was het spannend om haar nieuwe vriend aan haar nieuwbakken vriendin – of moest ze nog ‘collega’ zeggen? – voor te stellen. En om dan meteen met z’n drieën naar een parenclub te trekken… Als iemand haar een paar maanden geleden had voorspeld dat haar leven er nu zo zou uitzien, had ze die persoon voor gek versleten. En toch, wist ze, was ze hier al die tijd onbewust naar op weg geweest. Een huwelijk met een man met honderden stemmen was het preludium geweest op nachten met honderden kerels. Roosje had gemerkt dat haar lichaamsbouw in de smaak viel: gulzig graaiden ze naar haar buik, ze gromden gelukzalig tussen haar borsten, knepen in haar billen, beten in haar dijen. Het ging hun niet om de perfecte maten, zoals de vrouwenbladen steeds weer deden uitschijnen, maar om fysieke generositeit en mentale bereidwilligheid, of sterker nog: submissie.
Swingers is nu verkrijgbaar.