Zoeken
De week van de gewelddadige mannen
Elke Geurts schrijft elke week voor De Limburger over hoe zij het goede leven probeert te leven en hoe haar afkomst dat beïnvloedt.

De week van de gewelddadige mannen

Gepubliceerd op 20 januari, 2021 om 00:00, aangepast op

 

Ze kwam haar dochter ophalen. Ze was net naar de begrafenis van een goede vriend geweest.

‘Fijn dat ze hier vandaag terechtkon.’ Ze zuchtte diep.

Eerder deze week had ze de begrafenis van de veertienjarige dochter van die vriend al bijgewoond, wist ik.

‘Hier,’ zei ik en drukte meteen vijf cupcakes in haar hand, allemaal lichtjes aangebrand, maar met een heel dikke laag roze fondant erover en blauwe lachmondjes. ‘Hebben jullie tenminste ook nog iets voor thuis.’

Ze hield de cakejes onhandig vast. Er gleden er twee steeds bijna uit haar vingers. Ik had ze ook te losjes in aluminiumfolie verpakt.

Haar dochter was haar jas en schoenen aan het aantrekken. Ik stond in de deuropening.

‘Hij was een heel goede vriend,’ zei ze zacht.  Ze keek steeds kort achterom. Haar auto stond midden op de weg te knipperen.

‘Ja, ik heb erover in de krant gelezen,’ zei ik. ‘Het was een aardige man, toch? Zijn dochter hield vreselijk veel van hem. De hele buurt mocht hem graag.’ Ik had me tijdens het lezen afgevraagd hoe het toch mogelijk was dat een aardige man tot zoiets in staat kon zijn.

‘Hij was flink de weg kwijt,’ zei ze. ‘Mijn man en ik zagen onze vriend het laatste jaar wel afglijden. Van alle scenario’s die er waren, hadden we dit scenario zelfs al eens bedacht, maar je denkt dan toch niet écht dat zoiets gebeurt. Ik vraag me steeds af of we eerder hadden moeten ingrijpen. Wat hadden we anders kunnen doen?’

‘Hoe kun je hier ook ooit echt rekening mee houden?’ vroeg ik.

Ze haalde haar schouders op. Ze zei dat ze met z’n allen rond de open kist hadden gezeten. Ze zei dat de moeder van hun vriend had gezegd dat ze rázend op haar zoon was, omdat hij haar kleindochter had meegenomen, maar dat ze óók heel veel van hem hield.

De dag erna zaten er drie meisjes aan mijn keukentafel de cupcakjes die nog over waren te versieren. Ze hadden het weer over de vader die zomaar zijn dochter had doodgeschoten. Alsof het een film betrof.

 ‘Zeg, heb jij eigenlijk een leuke vader?’ vroeg mijn tienjarige ineens aan het nieuwe vriendinnetje.

‘Nou!’ Het meisje verhief haar stem. ‘Mijn vader is verslaafd aan alcohol en drugs, hij heeft mijn moeder heel vaak in elkaar geslagen, en mijn broer ook. En toen moest ík uit huis worden geplaatst. Wat denk je? Is mijn vader leúk of niet? NOU?’

Ze maakte roze hartjes van fondant en bedekte daarmee haar cakeje.

‘Maar je moeder is wél ontzettend leuk toch?’ zei mijn tienjarige toen maar snel.

Ik zag de denkrimpel in haar voorhoofd verschijnen. Het leek potdorie de week van de gewelddadige mannen wel. Waar kon ze nou echt op bouwen als de machtigste wereldleiders zich ineens ontpopten tot staatsgevaarlijke gekken?  Wie kon zij nog echt vertrouwen als zelfs aardige vaders in staat bleken hun dochters te vermoorden?

En ‘s avonds, op het journaal, werd er gerept van een alcoholische moeder die schuldig werd bevonden aan de dood van haar achtjarige dochter. Het kind was vijf jaar geleden van tien hoog – ’s nachts - van de galerij naar beneden gevallen. Het klonk alsof er een vuilniszak over de reling werd gegooid, zouden omwonenden later verklaren.  Mijn tienjarige lag op het vloerkleed en aaide ons katertje. Ze wist nog niet dat het grootste gevaar voor kinderen nog altijd hun eigen ouders was. Familiaal huiselijk geweld was de grootste levensbedreiging. Ik dacht aan de vele kinderen die tijdens deze ellenlange lockdown opgesloten moesten zitten met hun belagers. En niemand die er iets van wist. Of niemand die er iets van zei.

‘Mama?’ vroeg mijn tienjarige. ‘Heeft deze móéder haar dochter van de flat gegooid?’

*

Deze column is eerder gepubliceerd in De Limburger
Lees ook Elke Geurts' roman Ik nog wel van jou
Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: